Foto's G.k.
Pages
▼
zondag 15 februari 2015
maandag 9 februari 2015
Wandelverslag Seru Bientu. 8 februari 2015
(Deze wandeling is in het Christoffel National Park)
Iets later dan het plan was zette de stoet zich in beweging om zich aan de klim naar de Seru Bientu,Windberg, te wagen.
De Bromelias waren uitgebloeid, maar de witte orchideeen toonden hun volle pracht. Dit is een beschermd gebied, waar velen na ons ook willen genieten van deze zeldzame bloemen.
De Sabalpalmen zijn altijd een lust voor het oog en voor de verandering het regende niet. We hoefden gelukkig niet te schuilen achter de palmenstam. We hielden even een rustpauze en dronken ons moed in voor de volgende stijging.
Boven op de top aangekomen werd er driftig naar beneden gebeld en het schitterende uitzicht naar alle kanten medegedeeld. "Is dat alles"! Meende ik te horen. De achteropkomenden hebben toen besloten, het maar voor gezien te houden.
2
uur en 10 minuten waren we onderweg geweest.
Met een vrolijke wandelgroet,
G.K. (foto's en verslag)
maandag 2 februari 2015
Wandelverslag Krabbebos Ascencion 01-02-2015. Noord
Beste Wandelaars,
Bomba Martin de wrede slavenopzichter, die op zijn buik begraven ligt en uitkijkt naar het landhuis Ascencion, bracht mij op de gedachte van de bekende vraag: 'Is er nog leven na de dood'? Zoals we weten, is een mortuarium geen toonbeeld van levendigheid, maar een witwasserij brengt wel leven in de brouwerij. Ook zingen de bezoekers aan de brouwerij " In de hemel is geen bier en daarom drinken we het maar hier".
Bomba alleen latend met mijn verwarde gedachten dacht ik, het wordt tijd voor het Krabbebos. langs de bloeiende Enfrou, Prickly Pear, de lidcactus liepen we het Krabbebos in. Ik begon al behoorlijk dorst te krijgen.
De kabouters waren druk bezig geweest, want keurig netjes lagen de flessen op hoopjes of in plastic zakken en zelfs een oude po diende als houder. Een bizondere aanblik tussen al die Mansanilla- en Indju-bomen. Een uitgesneden Saterkop die, van zijn strop bevrijd, ons nu vanuit een boom begluurde.
De krabben hadden net wat verse modder uit hun gaten gewerkt, maar lieten zich niet zien. Even verderop lag een grote hoop krabbe-schalen,-scharen en -poten.
Het was duidelijk, dat de Warawaras hier een feestmaaltijd hadden aangericht
.
Het Kaya kaya veld is een overweldigende groen-ervaring als je dit voor de eerste keer ziet. De jacht was blijkbaar geopend, want er vertoonde zich geen poes. Ik zeg dit expliciet, want normaal zien we wel eens een dooie kat liggen of een geraamte van een of ander beest, maar nu hadden ze blijkbaar op de tekenen des onheils gelet, zoals de Saterkop en de overblijfselen van de krabben. Al huiverend heb ik dit maar niet aan mijn medewandelaars vermeld, want anders was het tempo een stuk hoger geweest en dat zou zonde zijn om zo vlug door die lieflijke kaya kaya te snellen.
Ik kreeg nog meer dorst. Gelukkig waren we dicht bij de schoongemaakte Plastic Baai. In eerste instantie merkten we de schildpadden niet op. Maar aldra toen het schuim der golven weggetrokken was, bespeurden enkelen van ons beweging in het water. En ja hoor de kopjes werden uitgestoken en de schilden werden getoond. Ik zag een mooie blauwe turqoise, het zal wel een groene schildpad geweest zijn. Ook de Driekiel en de Leatherhead eten hier van het zeegras.
De route naar boven, langs de immense rotspartijen, is altijd weer een magnifique belevenis.
Uniek Curacao, heeft de route dusdanig geconstrueerd dat je zonder het te weten, tenminste als je niet goed oplet, sommige gedeelten tweemaal loopt. Niet dat dit een bezwaar is, maar ik vertel het toch maar even..
Ik begon hier een ontzettende dorst van te krijgen en besloot om ter plekke een lavenis-stop te houden. Na dit intermezzo vonden we het hoogtijd worden om hoog aan te houden langs de grillige rotsformaties en als je om het hoekje keek van zo'n rots dan had je een majestueus uitzicht over het groene land rondom, met in de verte een glimp van een landhuis of het Kaya kaya veld.
Beneden aangekomen bij de wegwijzer, die ons probeerde te verleiden om naar Patrick te gaan besloten we toch maar om het Cas di pal'i maishi trail te volgen. Een schitterend overschaduwd pad dat ons over een dam en door het bos met alerlei prachtige bomen voert.
Fundamenten en putten uit vroegere tijden hielden onze blik gevangen. Geen water in de put, maar wel diep hoorde ik iemand zeggen. De droge tijden zijn kennelijk weer aangebroken of de put is lek, opperde iemand, want vannacht was er wel een buitje.
De oude Indjus met hun fraaie structuur ,het lijkt wel gevlochten hout, maakten dit pad als geen ander. Op de asfaltweg aangekomen was het nog vijf minuten naar onze parkeerplaats. 1 uur en 50 minuten hadden we over deze wandeling gedaan, al met al een mooie wandeling met voor elk wat wilds.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K. (foto's en verslag)
De kabouters waren druk bezig geweest, want keurig netjes lagen de flessen op hoopjes of in plastic zakken en zelfs een oude po diende als houder. Een bizondere aanblik tussen al die Mansanilla- en Indju-bomen. Een uitgesneden Saterkop die, van zijn strop bevrijd, ons nu vanuit een boom begluurde.
De krabben hadden net wat verse modder uit hun gaten gewerkt, maar lieten zich niet zien. Even verderop lag een grote hoop krabbe-schalen,-scharen en -poten.
Het was duidelijk, dat de Warawaras hier een feestmaaltijd hadden aangericht
.
Het Kaya kaya veld is een overweldigende groen-ervaring als je dit voor de eerste keer ziet. De jacht was blijkbaar geopend, want er vertoonde zich geen poes. Ik zeg dit expliciet, want normaal zien we wel eens een dooie kat liggen of een geraamte van een of ander beest, maar nu hadden ze blijkbaar op de tekenen des onheils gelet, zoals de Saterkop en de overblijfselen van de krabben. Al huiverend heb ik dit maar niet aan mijn medewandelaars vermeld, want anders was het tempo een stuk hoger geweest en dat zou zonde zijn om zo vlug door die lieflijke kaya kaya te snellen.
Ik kreeg nog meer dorst. Gelukkig waren we dicht bij de schoongemaakte Plastic Baai. In eerste instantie merkten we de schildpadden niet op. Maar aldra toen het schuim der golven weggetrokken was, bespeurden enkelen van ons beweging in het water. En ja hoor de kopjes werden uitgestoken en de schilden werden getoond. Ik zag een mooie blauwe turqoise, het zal wel een groene schildpad geweest zijn. Ook de Driekiel en de Leatherhead eten hier van het zeegras.
De route naar boven, langs de immense rotspartijen, is altijd weer een magnifique belevenis.
Uniek Curacao, heeft de route dusdanig geconstrueerd dat je zonder het te weten, tenminste als je niet goed oplet, sommige gedeelten tweemaal loopt. Niet dat dit een bezwaar is, maar ik vertel het toch maar even..
Ik begon hier een ontzettende dorst van te krijgen en besloot om ter plekke een lavenis-stop te houden. Na dit intermezzo vonden we het hoogtijd worden om hoog aan te houden langs de grillige rotsformaties en als je om het hoekje keek van zo'n rots dan had je een majestueus uitzicht over het groene land rondom, met in de verte een glimp van een landhuis of het Kaya kaya veld.
Beneden aangekomen bij de wegwijzer, die ons probeerde te verleiden om naar Patrick te gaan besloten we toch maar om het Cas di pal'i maishi trail te volgen. Een schitterend overschaduwd pad dat ons over een dam en door het bos met alerlei prachtige bomen voert.
Fundamenten en putten uit vroegere tijden hielden onze blik gevangen. Geen water in de put, maar wel diep hoorde ik iemand zeggen. De droge tijden zijn kennelijk weer aangebroken of de put is lek, opperde iemand, want vannacht was er wel een buitje.
De oude Indjus met hun fraaie structuur ,het lijkt wel gevlochten hout, maakten dit pad als geen ander. Op de asfaltweg aangekomen was het nog vijf minuten naar onze parkeerplaats. 1 uur en 50 minuten hadden we over deze wandeling gedaan, al met al een mooie wandeling met voor elk wat wilds.