Beste Wandelaars,
Er waren vijf aanmeldingen, maar gelukkig waren er nog vijf wandelaars, die graag mee wilden.
De pas werd er gelijk in gezet en zo kronkelden we voort langs de slingerende paadjes door een prachtig natuurgebied.
De mangrovekust langs de Groot St. Jorisbaai is een lust voor het oog met haar speciale sedimentwanden van schelpen. Het aangespoelde plastic niet. Hier en daar lag een plastic hoop van opgeslagen attributen, die als de Selikor langs mocht komen, het mogelijk meeneemt. Het meeste was niet opgeruimd.
De schoenenboom floreerde als in haar beste dagen, maar de hevige wind van de laatste dagen had behoorlijk huisgehouden. Vele schoenen lagen her en der verspreid. Ondoenlijk om nog enigszins een stel bijelkaar passende te vinden.
Onderweg troffen we een houten kruisje aan. Er onder lag een briefje, waarop stond " Mijn schoenen staan onder de boom". Het kruisje geeft logischer wijze aan, dat het een wandelaar teveel is geweest al dat plastic.
Was dit een voorbode, dat de mens haar krediet op is gezien de enorme vervuiling van kusten en stranden en niet te vergeten de geweldige vuilnisbelt, die in de oceanen ronddrijft.
Op Indian point was geen indiaan meer te bekennen, alleen de overblijfselen van oester en ander soortige schelpen gaven blijk, dat hier vroeger aardig gevist werd.
Dat moet eertijds toch een heerlijke tijd geweest zijn. Lekker vissen en een vredespijpje roken.
Vanaf Indian Point liepen we langs het water, totdat we landinwaarts bogen. De vijgenpalmen kwamen in zicht. Het cyperse gras zag er verdord uit. Door het Puta Perfumado veldje kwamen we op het paadje, dat ons het bos in zou brengen.
Evenwel de voorhoede was al vooruitgesneld, zodat we van het lommerijke bos niet konden genieten.
Dan maar weer slingeren langs de oververhitte fietspaadjes. In natte tijden zie je de parallelpaadjes niet, nu konden we zwaaien naar onze eigen wandelaars.
De gemuteerde Cadushi stond ons op te wachten. De wespen moeten behoorlijk te keer zijn gegaan, want de vormen van de mutatie waren niet van domme huize. Hoe moeder natuur ons toch kan verrassen.
De weg terug ging weer langs de mangroven. We probeerden nog een doorsteek te maken, maar het knipwerk was te intens. Op het electrapalen pad kregen we de reuk van de stal te pakken en dachten dat een koude versnapering er best in zou fietsen.
De pauwen, de eenden en kippen stonden in een erehaag ons te verwelkomen en al gauw stonden de liefhebbers van het goudgele vocht met zo'n langenek fles in de hand.
Voor de volgend week moet ik een moeilijke keuze maken: rooi of boca.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K.