Langs de drukke weg naar Soto parkeerden we onze auto's bij de ingang naar het resort Fontein. Hadden we tenminste het gevoel dat er een oogje in het zijl gehouden werd door de Fonteinse portier, Maar geloof me zonder hem te waarschuwen en een beloning in het vooruitzicht te stellen, is dit een illusie.
We waren precies om halfvier startklaar en eerst moest de drukke weg overgestoken worden. Heel voorzichtig deden we dat. Langs de weg het pad op, dat door een rode slagboom afgesloten was. Hier moesten we overheen, onderdoor of omheen.
Voor elk wat wils. Ik heb het niet geteld , maar volgens mij waren er evenveel overheen en onderdoor of omheen. De volgende keer zal ik beter opletten om U de juiste aantallen te verschaffen, want je mocht er eens eentje missen. Sommigen blijven hangen of is er eentje die verdwaald is geraakt.
Tweede weg links en je komt op weg waar de rooi aanvangt. Bij de put waar vroeger waarschijnlijk een molen of een waterpomp op stond, ging de hele zooi, mooi in de rooi. Hier en daar moest er een takje gesnoeid worden om de wandeling zo prettig mogelijk te maken. Gelukkig hadden er een paar hun snoeitangetje niet vergeten. De rooi was breed en lang. Overal vond je sporen van dieren zoals geiten, herten, varkens en ezels. De Prikichis vlogen dapper over ons heen. Hier en daar zag je een vliegende Warawara. De Mata Sanger stond in bloei evenals de Basora Pretu en de Wilde Salie. We liepen natuurlijk te ver de rooi door en sloegen fervent aan het snoeien , totdat ik vond dat het nu genoeg was geweest. Dus terug en zoeken naar de afslag. Vroeger knipten we ons wel eens een weg tot aan het pad waar de electra palen staan, maar daar hadden we nu geen tijd voor gezien de zonnenstand.
Over een slingerend pad dat langzaam aan opliep, vonden we de weg die ons naar de Belpaal bracht. Vroeger werd de paal gebruikt door er een bel op te zetten en te luiden om de landbewerkers te waarschuwen dat het etenstijd was of vastwerken. Ik weet niet welke volgorde er aangehouden werd. Eerst eten en dan werken of andersom. Mijn bruine vermoeden dat het eerder andersom was. Tegenwoordig wordt de paal gebruikt als een domme dikke paal die ons zou moeten herinneren aan vervlogen tijden, een soort artefact. Hoe het met de aanvoer van water gesteld was, waarschijnlijk een kwestie van een Awa di Jobe karretje. Het kan ook zijn dat het vroeger meer regende.
De belpaal stond in zijn nieuw jasje te pronken en vervolgens werd de gerestaureerde magazina geinspecteerd. Het scheepje lag nog steeds in de branding. De boegspriet was nauwelijks te zien. De scheur was dichtgemetseld en de bogen van de ingangen waren vernieuwd. In 2015 stond erin de muur.
Van hieruit gingen we over het ganzenpad door de mondi totdat we eindelijk eens een slokje water tot ons namen. Dat was lekker.
En voort ging het weer, want de tijd liet het ons niet toe om lang te blijven staan.
Het brede pad was te mooi om nog een stukje rooi te bewandelen. Op slag van zonsondergang waren we bij onze autos aangeland.
Een tocht van iets meer dan twee en een half uur zat er op. Ik voelde mijn kuiten wel.
Vrolijke wandelgroet, GK. Foto's en verslag.