Pages
▼
dinsdag 31 mei 2016
maandag 30 mei 2016
Wandelverslag Daniel Noordroute, Ruta Sabana di Hato, 15-05-2016. Noord
De flessen gevuld, zonnenbrand op, de snoeischaar in de hand, een
blik in de ogen van kom maar op met je terrein, die zovelen verwensen,
als ze hun voeten niet hoog genoeg optilden. De Pan di Diable droeg
vrucht en de Pita's, de bloeiwijze van de Agave, stonden in bloei. Een
vrolijk gezicht in het maanlandschap.
We kwamen bij de eerste
afdaling.
Het 2de terras lag uitgestrekt met een lange muur voor ons.
Rechts zag je een onheilspellende grot en links een hoog nisje, het is
maar net van welke richting je het bekijkt. De voornoemde muur staken we
over om onze weg te vervolgen langs het terras, westwaarts . Na enig
klimwerk en een prachtig uitzicht op omgeving en spelonken liep ons pad
naar beneden de vlakte van het tweede terras op. Na twee muren volgde
een derde om naar de rand van het terras te komen.
De linten
en geelgeverfde stenen hielpen ons om niet te verdwalen in dit
onherbergzame oord. Uniek Curacao had goed werk geleverd.
De
panoramas naar de verlaten vlakte en de desolate noordkust geeft je
altijd een gevoel van eenzaamheid. Als je een stofwolk in de verte
ontwaart, dan weet je dat niet alleen bent. De bahada naar de vlakte van
Hato was nabij. Na enig geklauter stonden we op de begane grond, waar
ons een nieuw avontuur wachtte. De rotswand die oostwaarts ons de
grotten en steile wanden toont is verrassend mooi.
Zelfs een
tafeltje was voor ons neergezet en gaf de indruk van een niet te
evenaren gastvrijheid, alleen de wijnglazen met servetten ontbraken en
waren vervangen door twee botjes. Voodoo?
Deze prachtige tocht liep door
totdat we na ongeveer een uur en drie kwartier bij Kueba Pachi
aankwamen. Voor op schema, een kleine groep loopt vlugger. De tafelbank
nodigde ons uit om te gaan rusten en ons voor te bereiden op de
terugtocht. Vorige bezoekers lieten ons weten dat ze hier al geweest
waren. Er kon gebarbequed worden en een sushibak van de selikor stond er
om het achtergelaten vuil in te deponeren. Limpi, limpi.
Klimmend omhoog en terug via de Bahada Daniel. Goed uitkijken niet voor de koeienvlaaien maar wel voor rotspunten.
Gelukkig bracht iedereen het er zonder kleerscheuren van af.
Na precies 2uur en 50 minuten stonden voor het hekje te dringen om weer binnengelaten te worden.
Na een koel drankje in het restaurant van Daniel te hebben gedronken, spoedde een ieder zich naar huis.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K. verslag en foto's.
Wandelverslag Patrick 29-05-2016
Beste wandelaars!
Verzamelen is geen punt, maar een stoet in beweging zetten gaat vanzelf. Je hoeft maar voorop te lopen en dan volgt de rest vanzelf.
Daar gingen we dan. De oude Weg naar Wesrpunt loopt door het gebied van Poortvliet richting Barber. De plantage met de kokosbomen, niet meer afgesloten door de rood-witte poortslagboom, gaf ons het feeerieke gevoel van hoge bomen en veel wind. We keken onverholen naar het zwerk of we geen bezemstelen voorbij zagen komen. Op een bordje stond Patrek. hier komt pa goed aan zijn trekken, dacht ik nog.
Een betoverend gebied waar oude bouwvallen van magazinas en landhuizen de overhand hebben. Naarstig keken we uit naar de Poema, welke deze buurt onveilig schijnt te maken. Buiten een paar wegschietende hagedissen en overvliegende vogels konden we geen levend beest ontwaren. De Seru Kosta lonkte.
Onherbergzaam, als een rots in de branding in lang vervlogen tijden. We kwamen bij de kustlijn en vervolgden onze weg naar de steenbrekerij. De meeste overblijfselen het zogenaamde schroot was opgeruimd. De oude machines die de grote brokken rots in kleinere stukjes vermaalde waren niet meer. Alleen onze fantasie kon ons helpen hoe het hier allemaal toeging. De oude vervallen gebouwtjes stonden nog half overeind om te getuigen dat hier vroeger de steenbrekrij stond.
We liepen er omheen en verkenden het terrein. Boca Santa Pretu was de volgende markante plek met zijn mooie rotsformaties en hoog opspattend water. Als er zo'n grote golf de rand had overspoeld leken de uitgesleten wanden net watervalletjes.
We liepen rond de boca en genoten van het waterspel. De natuurlijke brug deed ons vergeten, dat we op rotsen stonden die geaderd waren door scheuren. Vroeg of laat of zoals die oude indiaan 1000 jaar geleden vertelde kalven er grote brokken af. Je zal maar aan de beurt zijn. Bij het spuitgat was het opletten geblazen om het juiste moment van hoog opspuitend water vast te leggen. De Suplado's heeft niet iedereen gezien, want door de harde wind, die de golven onstuimig deed opzwepen, waren deze door het schuimende water haast niet te zien.
Boca Patrick is een tweelingboca, waarvan de eerste grotendeels onder water stond en een magisch decor vormde voor de omgeving. De tweede boca was een stuk rustiger. Door een nauwe spleet tussen de rotsen binnen te gaan hadden we een mooie doorkijk op de eerste boca. Met spleetogen geniet je er dubbel van, maar wij keken niet zo nauw.
De weg terug was een long way to Tipperary met rechts de Seru Kosta en links de Seru Bayan waar het barst van de schorpioenen. Waarschijnlijk hebben deze het leven zuur gemaakt van de Puma van Patrick.
Bij onze aankomst bij de auto's was er geen geit meer te bekennen alleen de señora van het bewoonde huis zwaaide mij hartelijk uit.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K.