We gingen met zijn negenen van start het mooie pad op met zijn vele rotspartijen.
Onderweg kwamen we een gegraven of was het met explosieven een uitgediept gat in de grond.
Het leek op een proefmijn. met een mooie bloeiende Watakeli er in.
Een uur lang liepen we het prachtige beschaduwde pad af en kwamen op het asfalt van Coral Estate uit, dat we volgden naar links om het ons bekende pad naar het Indianen visplekkie te brengen. We volgden de gele steen die uniek Curacao er neergelegd had.
Op de indiaanse visplek aangeland moeste we nog even de rotsen op om de doorkijk, die met Maribombasbewoond was, in een rotsblok te vereeuwigen. Gelukkig waren de Maribombas braaf en niemand gaf een autje..
De weg terug was enigszins verwarrend, ik kon me niet goed herrinneren dat we dit pad op de heenweg ook gekomen waren. Niemand in de achterhoede had gedacht om een snoeischaar mee te nemen, zodat de voorhoede bleef knippen. gelukkig hadden we visie van we moeten terug naar waar we de afslag namen. En ja hoor we kwamen langs de indigobak en de graven. De Kitesurfers waren net aan het inpakken toen we bij de autos aankwamen. Bij het landhuis van Rif Marie stopten we nog even om aan het graf van De Haeth eer te bewijzen.
Al met al een mooie tocht die 2 uur en een kwartier in beslag nam.
Met een vrolijke wandelgroet, Groetend, G.K.