Pages

zondag 22 juli 2018

Wandelverslag Weitje en omgeving. 22 juli 2018










Zoals koningshuizen ten val komen, raken de landhuizen in verval, tenzij er groot geld tegenaan gesmeten wordt. Een glorieus verleden brokkelt af en vindt het einde in herinneringen van weleer. Het landhuis "Weitje" is net opgeknapt. Misschien dat men nieuwe huurders vindt of een nadere bestemming als buurtgebouw dienst kan doen. Een paar jaar geleden is het hele grondgebied van plantage Weitje schoongeschraapt, alleen werd op  deskundig verzoek werden enkele Kadushis van een schrapersdood gered. De  vleermuizen en de vogels die in droge tijden van vocht door deze cadushis voorzien worden, zullen dankbaar zijn. Cees hied een expose over de waterhuishuding van Weitje, Het was toepasselijk dat dit op het herstelde landhuis Weitje gebeurde. Iedereen luisterde aandachtig.
Even over vieren begonnen we aan onze wandeling en liepen de Potloodbomen voorbij en gingen het pad van Gijsje op. Een mooi slingerend pad dat uitkwam op een zandweg, dat ons naar het landhuis Weitje bracht. De toevoerwegen waren pas vernieuwd, zodat er niet veel te knippen viel. Zelfs de Makusa was niet meer te vinden. Het landhuis zat goed in de tjet en de uitstraling was niet van domme huize.
Al zittend op de rand in de schaduw luisterden we naar de deskundige uitleg van een van onze wandelaars over waterhuishouding van het grondgebied Weitje en daarbuiten. We liepen langs de bijgebouwen en werden begroet door een aantal honden die blijkbaar hun onderkomen kostenloos aanboden. We daalden aan de achterkant van een huis de heuvel af. Hier en daar een takje wegsnoeiend kwamen onderaan bij de rode pijl, die ons in de goede richting stuurde. Bij de dam was ook flink geschaafd de grond bedekkers Egleta Prostata, de madeliefjes of hele kleine Margrietjes hadden op een enkeling na het loodje gelegd. De drenkbak was toegankelijk gemaakt , maar de put die er vlak naast ligt , moest opengeknipt worden. Er stond helaas geen water in. Op naar de Brasia hoog op de heuveltop waar het wandelboekje verscholen ligt onder een grote steen. We schreven hierin dat we langs geweest waren. We repten ons heuvel af en kwamen langs een grote Bringa Mosa ( vechtend meisje ) die op apegapen lag. Het volgende bospaadje leidde ons langs een bomengebied, dat zijn weerga niet kent op Curacao. Het begon met enkele Bonchi Kabeibomen. Hier zochten we naar de rode rode zaadjes. Vervolgens kwamen we de oeroude Indju's, Pal'i Takis voorbij. Het was duidelijk dat dit de Kalebasroute was, gezien de vele afgevallen kalbassen. Een moment later liepen we door en veld Yerba of Bolbe Stinki. Zeer geschikt als droogbloem. We liepen langs een dam en wandelden langs een mooi slingerend pad naar onze auto's . Ongeveer  1 uur en 3 kwartier waren we onderweg geweest.
Voor de volgende week staat de wandeling naar Boca Santa Pretu ( Noord ) op het prgramma. Een idyllische boca waar de stammetjes van de Mazalina een speciaal effect geven . Vroeger kwam hier het afvalwater van een wasserij op uit. We missen de watervalletjes nu al, maar niet heus. Met kerst leken de vlokken net sneeuw. We dalen tot in de boca af en vervolgen onze weg.   
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, G.K.




dinsdag 17 juli 2018

Wandelverslag Rif St. Marie.15 juli 2018

  
De grimmige bergwanden van seru Popchi, Largu en Lucia hielden op de achtergrond trouw de wacht over de wandelgroep die westwaarts toog. Het was in de namiddag op zondag. We hadden net de kerk van Willibrordus achter ons gelaten en begonnen de smalle paadjes af te lopen, die ons naar de tanki en de bouwvalletjes zouden brengen. 




De tanki stond droog, ondanks dat er vannacht een buitje gevallen was. Het sluisje zag er verbrokkeld uit. We liepen een muurtje langs. Je moest af en toe oppassen dar je niet op een losse steen stapte, want je kon gemakkelijk over de hoge muur heen kukelen. We kwamen op een paadje met geweldige doorkijkjes naar het vervallen landhuis Rif St. Marie. Bij de de geruineerde huisjes aangekomen , kon je zien dat de muren uit takken en leem bestond. De daken waren van palmbladeren gemaakt en later vervangen door metalen golfplaten.  De banjo was een bezienswaardigheid apart. Een van cement gemaakte zetel deed je uitnodigen om er langdurig gebruik van te maken. Het had evenwel geen leuning of die moet de tand des tijds niet hebben doorstaan.
Na deze huisjes bewonderd te hebben, gingen we het Zoutpad op. Het zand was rul en deed een aanslag op ons uithoudingsvermogen.





Vroeger werd het zout via dit pad afgevoerd van de zoutpannen naar Daaibooi baai om verscheept te worden. Als je even doorliep dan zag je de slavegraves of wat er van over is gebleven. De asfaltweg over door de mondi banjeren tot aan de weg die naar Daaibooi gaat. Hier zijn de slavengraven volgens de geleerden. Er moet wel het nodige gesnoeid worden en dan vind je enkele losse keien en daar moet het dan zijn.
We namen het idyllische pad achterlangs en kwamen waar normaal de kitesurfers nat worden. Vandaag werd er niet gesurfed, ze waren allemaal naar de Velas aan het kijken. 




Het landhuis raakt steeds meer in verval. De Maribomba's vieren hoogtij. Overigens zag ik geen of weinig van dit soort gedierte. Het moet de droogte zijn die de insecten vliegensmoe maakt. De ketting hing heerlijk ontspannen tussen twee staanders en we liepen richting van de vroegere zoutpannen. De weg omhoog deed ons verwachten dat de blaffers en de keffers het op een stelten zouden zetten. Gelukkig waren ze met vakantie en de buurt was rustig. We konden verder van de natuur genieten. 



Bij Richinel (llegstaand cafe) aangekomen spoedde iedereen richting Williwood, waar een koele versnapering ons wachte.
G.K.

maandag 9 juli 2018

Wandelverslag Daniël, Cueba Pachi, 08-07-2018.

Beste wandelaars,

Bon siman.
Wie aan Daniël denkt, denkt aan de leeuwenkuil. Niet de leeuwen van Workum in het wapen van de stad met de uitpuilende ogen. Daar houden wij niet van. Hoe hebben ze in hemelsnaam zoiets kunnen bedenken? Een fontein geeft water, wat die uitpuilende ogen daar mee te maken hebben, dat is mij een raadsel. Zou het het huilen, tranen van geluk, er iets mee te maken kunnen hebben?

Misschien dat Daniel meer van het uitpuilen weet. Wij als wandelaars hebben de ervaring dat je met ogen op steeltjes kijkt naar de grond waarover je loopt. 

Het hekje door en op weg naar het kruispunt waar we de noordroute oppakten.  We liepen al stommelend tussen de Agave door . De Pita stond niet in bloei.

Naar de bahada , waar we het terras afmoesten om langs een terraswand te lopen met allemaal interressante nissen. Een kleine afdaling bracht ons vervolgens op het terrein van de koeienvlaaien. Geef  mij maar een Limburgse vlaai van bakker Vermeerten. Wel zo lekker.

We liepen de vlakte over en kwamen bij een afdaling door een dunne spleet op de vlakte van Hato uit. Hier gingen rechtsaf langs een buitennissige wand, waar een altaartje stond, het kan ook best een grafkist geweest zijn, maar in ieder geval was het een voorwerp, die bij je allerlei gedachten opriep. Hier in deze holen moet toch heel wat te doen zijn geweest. Ook zie je attributen, die je bij een Voodoo happening zou verwachten.
Cueba Pachi nodigde ons uit met de houten zitbanken om even uit te rusten van de vermoeiennissen. Niet te lang.
We gingen het terras weer op en hadden een prachtig uitzicht over de vlakte.
Na Cueba Mirador, vol gegroeid met groen geboomte, kropen we over een afscheidingsmuurtje en gingen op weg naar de Bahada Daniël. Dit was een behoorlijke klim. We volgden de gele stenen en daalden af in een rooi en aan de andere kant klommen we er weer uit. We zagen het bordje richting Daniël.











Het was zeker nog een half uur lopen, maar we waren op dit stuk al eens eerder verdwaald geweest, zodat we onze ogen goed de kost gaven. Maar als je je ogen goed de kost geeft, vergeet je de tijd en daar we niet de snelste ploeg hadden vandaag en de leider ook een dagje ouder wordtkwamen we een uutje later an cag bedoelt.
Vooral Hanchi di Sombra duurde iets langer dan geplanned. We haalden de parkeerplaats nog net voor donker.
Ik hoop dat U een prettige wandeling heeft gehad met mooie bezienswaardigheden.
Voor de volgende week moet ik het grootwandelboek er op naslaan. Maar ik beloof U dat het een kortere wandeling zal zijn.
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, G.K.