Pages

dinsdag 17 juli 2018

Wandelverslag Rif St. Marie.15 juli 2018

  
De grimmige bergwanden van seru Popchi, Largu en Lucia hielden op de achtergrond trouw de wacht over de wandelgroep die westwaarts toog. Het was in de namiddag op zondag. We hadden net de kerk van Willibrordus achter ons gelaten en begonnen de smalle paadjes af te lopen, die ons naar de tanki en de bouwvalletjes zouden brengen. 




De tanki stond droog, ondanks dat er vannacht een buitje gevallen was. Het sluisje zag er verbrokkeld uit. We liepen een muurtje langs. Je moest af en toe oppassen dar je niet op een losse steen stapte, want je kon gemakkelijk over de hoge muur heen kukelen. We kwamen op een paadje met geweldige doorkijkjes naar het vervallen landhuis Rif St. Marie. Bij de de geruineerde huisjes aangekomen , kon je zien dat de muren uit takken en leem bestond. De daken waren van palmbladeren gemaakt en later vervangen door metalen golfplaten.  De banjo was een bezienswaardigheid apart. Een van cement gemaakte zetel deed je uitnodigen om er langdurig gebruik van te maken. Het had evenwel geen leuning of die moet de tand des tijds niet hebben doorstaan.
Na deze huisjes bewonderd te hebben, gingen we het Zoutpad op. Het zand was rul en deed een aanslag op ons uithoudingsvermogen.





Vroeger werd het zout via dit pad afgevoerd van de zoutpannen naar Daaibooi baai om verscheept te worden. Als je even doorliep dan zag je de slavegraves of wat er van over is gebleven. De asfaltweg over door de mondi banjeren tot aan de weg die naar Daaibooi gaat. Hier zijn de slavengraven volgens de geleerden. Er moet wel het nodige gesnoeid worden en dan vind je enkele losse keien en daar moet het dan zijn.
We namen het idyllische pad achterlangs en kwamen waar normaal de kitesurfers nat worden. Vandaag werd er niet gesurfed, ze waren allemaal naar de Velas aan het kijken. 




Het landhuis raakt steeds meer in verval. De Maribomba's vieren hoogtij. Overigens zag ik geen of weinig van dit soort gedierte. Het moet de droogte zijn die de insecten vliegensmoe maakt. De ketting hing heerlijk ontspannen tussen twee staanders en we liepen richting van de vroegere zoutpannen. De weg omhoog deed ons verwachten dat de blaffers en de keffers het op een stelten zouden zetten. Gelukkig waren ze met vakantie en de buurt was rustig. We konden verder van de natuur genieten. 



Bij Richinel (llegstaand cafe) aangekomen spoedde iedereen richting Williwood, waar een koele versnapering ons wachte.
G.K.