Pages

maandag 20 augustus 2012

Het Marijke Pad.

Hallo Wandelaars,

Het enthousiasme voor deze mooie wandeling was weldadig. Als laatste meldde ik me om kwart voor vier bij het Landhuis Pannekoek. Om vijf voor vier reden we de Balor di Junckuman voorbij, hij bloeide niet, naar het huis van M.
Daar vingen we onze voettocht aan. Het begin tot aan de voet van de berg of moet ik heuvel zeggen, was een makkie.
Daarna begon de klim naar de top, aangeduid door een zwartwitte hoogtepaal. Helaas is het bordje met het opschrift "Dit is het Toppunt" verhuisd naar de Statenzaal.
Het was warm en vochtig en dat was te merken ook, want de doorgewinterde lopers van de vorige wandeling vonden deze klim een peuleschilletje en toch bespeurde ik hier en daar verhitte gezichten.
De opmerking, dat het broeierig heet was, als op een tropische dag in Nederland, deed mij richting Oostpunt kijken en dat heb ik net zolang vol gehouden totdat ik weer bij zinnen was. Die arme donders, dacht ik, hebben geen airco zoals wij. Een windje op de top bracht een heerlijke verkoeling.
Over en langs de slavenmuur lopend, genoten we van de fantastische vergezichten en de landhuizen en de gebouwen in de verte. Een enkele bromelia stond nog in bloei, maar dat hield niet over.
Op naar Boca Sal. En wie kwamen wij hier tegen? Jawel, de oprichters van de wandelclub,die hoogstpersoonlijk kwamen controleren of wij niet te veel lawaai maakten en dat onder de leiding van mijn ega.
Ze vertelde me later, dat ze ons van heinde en verre al konden horen. Ik heb haar gezegd, dat we juist muisstil waren om de Bromelia's te horen loeien.
Je kon zien, dat het al een tijd droog is, want we konden onze weg vervolgen over de slikgronden zonder er in weg te zakken. Het idyllische doorkijkje naar de aanrollende golven van de woeste zee gaf ons een verrassend gevoel van je niet op Curacao te wanen. En toch is dit ook Curacao.
Terug via de weg die we gekomen waren, moesten we nog even zoeken naar de afslag, die naar het binnenwater leidt van San Juan. De uit vervlogen tijden waterkeringen zijn hier al behoorlijk aan het afbrokkelen. Hoe en waar deze voor dienden, was ons geheel en al niet duidelijk. Misschien kan iemand mij daarover uit de droom helpen.
Enkelen waren al benauwd of we het eindpunt wel voor donker zouden halen, vooral toen er geopperd werd of we een aan mij onbekende doorsteek wilden onderzoeken. De bomen ruisten en struiken waaierden. Gelukkig vonden we het door twee stenenhoopjes gemarkeerde pad en daar gingen we de lange kronkelende rooiweg terug. De rooi werd zogezegd, steeds rooiender. Al wat hier ook onder verstaan moet worden.
De auto's stonden er nog, zoals we die achtergelaten hadden. Een nette buurt. Wat wil je ook in zo'n vlinderbuurt waar de Bomba de koekepan zwaait.

G. Kroeger