Pages

maandag 31 maart 2014

Wandeling Jan Thiel lagune

Beste Wandelaars,
Lopen met hart en ziel op Jan Thiel . Zo zou de aanhef van een reclame folder kunnen zijn.




Inderdaad we wandelden langs de prachtige paden met de schitterende panoramas over het gebied van Jan Thiel.  Zijn unieke lagune, want Uniek Curacao had duidelijk haar stempel gedrukt op de aanleg en onderhoud van de nieuwe paadjes voor fietsers en wandelaars.


Het was een lust voor het oog al die oude Cadushis en Palu di Sias. We kwamen bij de ingang van de lagune een oude haast niet meer te herkennen kalkbranderij tegen, hier werden vroeger stenen gemaakt voor de bouw. Grote brokken rots lagen her en der verspreid. Een oude afscheidingsmuur hield mijn aandacht gevangen,deze was vroeger waarschijnlijk een onderdeel van de stenenfabriek.

Heel vroeger werden er over een soort kabelbaan, een touw met katrollen hooggehouden door staken, de zoutzakken getransporteerd en in de buitengaatse schepen geladen. Het zout werd gewonnen van de omliggende salinas. Zout was belangrijk o.a.voor het haringkaken. We spoedden ons verder, jammer genoeg het anders zo rijke vogelgebied aan het begin van de Lagune, waar vele watervogels hun visvangst beoefenen, was even leeg als appelen aan een pruimenboom. Hoe zat dat ook al weer met die ouwe tang op dat varken? Nou ja, een eenzame grijze reiger en een hapsnappende pelikaan probeerden de show te redden.

Bij het Openlucht Museum aangekomen keken we onze ogen uit. De bolides, die hier vroeger gedropt waren, gaven een nostalgie weer, die ons met tranen in de ogen deed stilstaan bij het idee, hoe men vroeger met zo'n hoepelrok  instapte en waarbij de gedachte aan de galantheid van toendertijd, een opengehouden portier, ons vertederde.


Het uitzicht op het hoogste punt over Bon Futuro en de Lagune met in de verte de roze kleur van een groep Flamingos hield onze blik gevangen en gaf ons het gevoel van, hoe kostbaar vrijheid is. De helling af en de heuvel op, al glijdend en zuchtend naar beneden en proestend en hoestend naar boven.



Op het kruispunt van paadjes namen we het pad, dat ons tot achter het Sea Aquarium leidde. De maradonnas aan de katoenstruiken versierden de struiken, alsof ze met de hand van god waren aangeraakt. En dan te bedenken, dat je iedere nacht door die pluimpjes omgeven wordt, daar moet je of wilt of niet toch enorm lekker van dromen. Na een lavenis stop van enkele minuten zetten we onze wandeling voort langs de kust, waarbij we een idyllisch baaitje aandeden. Het kustpaadje met spleten, op een aardige afstand van 50 cm van de rand, is toch elke keer weer een verrassing.

Om het pad te vervolgen moesten we al knippend af en toe een beetje kruipdoor sluipdoor spelen. Het tempo werd hierdoor drastisch verlaagd, dat het begon al een beetje te donkeren toen we bij onze autos aankwamen. Het water stond gelukkig niet te hoog op het laatste gedeelte, want D. was er niet en L. ook niet. En die twee stelen onmiddelijk de show als het water tot aan hun lippen stijgt. De zeedruif bloeide niet, een grote berg zand had ze bedolven.  De wilde komkommer en de kabes di maricu ( Marie Pompoen ) waren ook niet meer aan het hekwerk te vinden. De Bonchi Indian en de Tuturuti op de heenweg daarentegen tooiden zich met prachtige gele bloemetjes, zodat we met een fleurig gemoed afscheid namen van een uitzonderlijk gebied.

Verslag en foto's G.K.