Pages

dinsdag 11 juni 2013

Landhuis Hato en Rooi Rincon (Parkietenbos) 09-06-2013

Beste Wandelaars,

Ontdek het ongedierte, dat zich voortdurend door het stof heen bijt. Niet, dat wij in het stof beten, neen wij sloften dikke sporen achterlatend door het stof en dat gaf uiteraard veel stof tot napraten. Een korrektie met de stofverplaatser, de sapoelidi, zou hier wonderen hebben verricht.
Haast moet je niet hebben, het gaat ten koste van de zorgvuldigheid en dan kom je nog eens nergens en zie je nog eens niks.

De ingang naar het pad, dat ik van de vorige keer kende, was verstopt. Ons groepje liet zich niet weerhouden door een opgeworpen heuveltje en een paar schrammende Wabis en al spoedig zat het tempo erin.  Niet dat wij in een ijltempo het rondje bij Hato liepen en ook niet op zijn elfendertigst, maar met een gezonde pas voor zover het slingerpad dat toeliet. We genoten van hetgeen het voorgeslacht hier had achtergelaten, zoals oude besproeiingssystemen, uitgeputte putten en bolle tombes, waar vroegere bewoners hun laatste rustplaats kregen. Geen grafopschriften die enige verduidelijking gaven. Neen dan deed Anna Wallace dat beter met het volgende:
The children of Israel wanted bread and the Lord sent them manna,
Clark Wallace wanted a wife and the devil sent him Anna.
We hebben met eerbied de graven gelaten zoals ze waren.

De verlaten bouwvallen zijn van een burlesque schoonheid, als je tenminste oog hebt voor verval en erosie. Het gluren om een hoekie naar een eeuwenoude waterbron is natuurlijk niet meer van deze tijd en was ons waarschijlijk daardoor niet vergund, omdat we het bovenpad naar de uitgang namen.
Na dit rondje Hato togen we naar het Parkietenbos, Rooi Rincon. Tijdens de klim naar het terras en over een pas geschaafde weg, die ijvert met het Benenbrekerij pad, hadden we nog geen parkiet gehoord of gezien. We konden even uitrusten op het bankje bij de Mirador Rincon. Alsof er een blik Parkieten opengetrokken was vlogen ze om onze oren. Wel met een wijde boog.

De afdaling was na de beklimming een peuleschil en dra waren we bij de  immer imponerende rotswanden met hun prachtige nissen aangeland. Bij de bron werd er water geschept om in grote tonnen te doen. Vermoedelijk voor bewatering van tuinderijen en kostgrondjes. We hebben de mannen rustig laten opscheppen en zijn naar de de volgende bron waar de natuurbewakers een klein bruggetje hebben gebouwd over een kabbelend beekje.

Na nog nagepraat te hebben over de noeste arbeid, die er verricht is, bij het vrijmaken van wegen en paden door Uniek Curacao en vrienden zochten we onze bolides op.
Tot de volgende keer! U hoort nader.
Met een vrolijke groet,
G.K.