Pages

zaterdag 23 maart 2019

Wandelverslag San Pedro, Clusia, Fosfaatmijn. 17-03-2019

Beste wandelaars,

Bon siman.
Op naar de oude fosfaatmijn. 

Rotsblokken op het pad

De wandelaars gingen met een vrolijk gemoed op weg over de vlakte van Hato en kwamen bij een weg die naar de grot en de Clusia leidde. 

 De grot
De grot, andere kant.

De weg was smal, ook wel eens breed, maar de voerman lag niet te rusten en zodoende klommen we gestadig verder op naar de grot. Een paar enorme rotsblokken kwamen we tegen en het rotsige pad liep langzaam omhoog. We zagen de opening die ons tot uitrusten noodde, evenwel gingen we het smalle rotsachtige pad omhoog.




Hier moest ik even bekijken hoe het verder moest. Een verval van bijna twee meter moesten we overbruggen. Met een zetje en met behulp van de uiteinden van de rotsen trokken we ons op en klauterden we naar de Clusia. 

Clusia, zaaddoosjes

Hij stond niet in bloei, maar wel waren er zaaddoosjes te zien. 

Het gehuppel over de spleten lieten we aan ons voorbijgaan, daar we de route onder Clusia bomen namen. Het mocht niet baten brede spleten waren hier ook. We kwamen aan een breed pad, waarbij de wandelaars in de gelegenheid waren gesteld om de fundamehten van het vervallen wachtershuisje te bezoeken. 
Daar dit bezoek een heen en weerdertje was, liepen de wandelaars die bekend waren alvast naar de Mina di Fosfaat. Voorzichtig keken we over de rand, want we wilden wel enig idee hebben, hoe diep het was. 

De fosfaatmijn

Nu kwam het pad dat ons naar de rand van het terras bracht. Voorzichtig daalden we af en desnoods moest je gaan zitten en je benen uistrekken om het volgend rustpunt voor je benen te bereiken.


Kleuren

De overhang is van ongekende schoonheid. 

Gaatjes in het zand van de Lion Ant

Op het zand zagen we overal gaatjes van de Lion Ant die de mieren in de val wil lokken. Het mondi pad, dat we nu betraden was prachtig en je waande je in een andere wereld. 

 Geen schildpadden
 Sargassum
Uitzicht over Hatovlakte

We kwamen uiteindelijk uit op een zandweg  die ons naar de schildpadden voerde, tenminste dat dachten we. Het roet in het eten was het zeewier. De boca lag vol met Sargassum. De lieve schildpadden lieten zich niet zien. We hebben zover er plaats was nog even op het bankje gezeten , maar het mocht niet baten, de leatherhead, de Driekiel en de Groene schildpad lieten zich niet zien. 

Om zes uur keerden we naar onze auto's terug en waren half zeven op de plaats van vertrek aangeland.
Ik hoop dat U een prettige wandeling heeft gehad.
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, G.K.