Beste wandelaars,
Bon siman.
Bijgeloof.
Bijgeloof kent iedereen. Het onder een ladder doorlopen, in het midden in een heksenkring van paddenstoelen staan, het negeren van vervloekingstekens brengt ongeluk. Een bekende vevloeking is "de vloek van de farao. Een opgedroogde wezelpoot met drie grassprietjes om elke klauw geknoopt. Een schedel op een staak duidt allemaal op gevaar.
Daarentegen zijn konijnenpootjes, geluksmunten, kastanje in je broekzak en klavertje vier de brengers van hopi suerte. Om maar van knoflookbollen aan je deur te spijkeren en hoefijzers niet te spreken. Ik las als kind van die straatromans, In de "soete suikerbol" en "het plekje dat niemand wist". Daar kon je je geen buil aan vallen.
Men nam de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen: Oude kleren werden omgekeerd aangetrokken, wanneer je het bos in moest, zwarte katten werden vermeden. Padden op Uw pad, wolvengehuil, je moest er even aan wennen. Kommer en kwel waren je deel, als je verkeerde dingen deed.
Geel is de kleur is de kleur van de zon, een opvallende vrolijke kleur, die het brein, denkproces en zenuwstelsel stimuleert. Geel wordt geassocieerd met energie, zon, lente, zomer, een nieuw begin, levensplezier en geluk. Deze kleur stemt vrolijk en positief. Geel geeft focus en doelgerichtheid. Door de stimulatie van het brein staat de kleur voor kennis, wijsheid en volwassenheid, maar ook voor creativiteit en fantasie. Positieve associaties met geel zijn een gevoel van geluk, warmte, vreugde, en blijdschap.
Maar let op, geel heeft ook zijn negatieve associaties. Denk bijvoorbeeld aan jaloezie, onbetrouwbaarheid, verraad en lafheid. Verblijven in een overwegend gele ruimte maakt onrustig, je verliest er snel je geduld. Met geel kun je goed accenten aanbrengen, waardoor het vaak gebruikt wordt in advertenties met aanbiedingen.
Mijn moeder waarschuwde mij altijd voor het onzichtbare. De heks op haar bezemsteel (ik had nog nooit van mijn leven een heks op een bezemsteel gezien en nu nog niet) en de boze tovenaar, want daar moest je niet mee te maken krijgen, liet ze in alle toonaarden horen. Je voelde de magische kracht die haar woorden uitstraalde. Het donkere gat, het griezelig grote donkere gat, waarmee werd gedreigd, heb ik nooit gezien. Ongelooflijk, ik ben er groot mee geworden, het donkere gat kon mij niet deren. Maar toch. De jaren gaan tellen en ik begin te geloven, dat hier op het eiland heel veel dingen gebeuren die we niet zien of voorzien hebben. De Brua in de grotten waar de stokjes op een bepaalde manier gesorteerd zijn en een geslacht geitje herinneren hieraan. Jarenlang stond er een poppetje in een nisje verscholen op de Kabritenberg. Het zal wel als een grapje bedoeld zijn.
Het gekras van een kraai of een raaf betekent; je zult een onaangename ontmoeting hebben.
Een omgevallen oliekruik zien.
Een zwarte hond een huis binnen zien lopen.
Een slang van het dak in de tuin zien vallen.
Een dakbalk zien splijten.
Wijn of water morsen, etc
Als je over de drempel struikelde in de morgen, kon je maar beter thuis blijven die dag.
Als je tijdens de maaltijd een haan hoorde kraaien, moest je snel een passende bezwering uitspreken of die dag niet meer eten.
Als je tijdens het eten over brand sprak, moest je vlug wat water over de tafel sprenkelen om alle brandgevaar te weren.
En zo zijn er ook verhalen over het boze oog, maar die bewaar ik voor een volgende keer.
--------------------------------------------------
DE WANDELING:
Openlucht Museum.
Om half vier 'smiddags gingen we van start. We liepen vrolijk en opgewekt om ons heen te kijken en we volgden het pad dat naar langs de kust loopt. Het was alsof je in een groene wei wandelde. Overal waren er groene struikjes en boompjes. De saliestruiken stonden in volle bloei. De Watakeli rook lekker.
Het pad dat langs de kust liep en waar ons een kruipdoor sluipdoor te wachten stond wacht nog even. Het pad moest een degelijke snoeibeurt ondergaan, zodat we terug gingen, want we kwamen niet om te snoeien. Het paadje op het terras langs de kust bracht ons uiteindelijk aan de kustrand met een mooi kustuitzicht.
We volgden het pad naar de ingang. Hier werd vroeger koraal verbrand tot kalk. Men deed dat door er manzanillahout en bladeren voor het vuur te gebruiken dan had men minder last van Komeheine (termieten). Het paadje omhoog langs de lagune was verrassend. Door een groene natuur wandelden we naar de flessenberg en het Openlucht Museum.
De autowrakken lagen er nog. Hoe oud die waren? Waarschijnlijk van voor de oorlog. Ook toen keek men niet zo nauw. We liepen naar de rand van de lagune en hadden een schitterend uitzicht over het water. Het leek wel of er een bruggetje was aangelegd om rondom de lagune te lopen. Dan hoefde je niet meer door het bos te klauteren.
We gingen verder en kwamen uiteindelijk weer bij de ingang van de lagune uit. Normaal zie hier veel reigers en pelikanen vissen. We liepen het oudste gedeelte van Jan Thiel binnen. Hier staan veel oude bomen zoals Palu di Sias en eeuwenoude Cadushis.
Het pad was slingerend en groen bedekt met af en toe uitzicht op de lagune met zijn zoutpannen.
Achter Cho Go Go kwamen we uit en spoedden ons naar waar we onze auto's geparkeerd hadden.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K.