Beste Wandelaars,
Met een aanloopje begonnen we bij een grote waterbak en dicht gegooide putten. Niet om er gelijk in te springen, want de bak was leeg en de putten vol met aarde. Daar putten we moed uit voor de volgende stap.
Vervolgens was het vervallen landhuis aan de beurt om bezichtigd te worden. Wat zag dat er uit! De daken waren ingevallen, de kozijnen verdwenen. Hier en daar zag je nog een stuk dakpan op de grond liggen. Stompen van muren stonden nog overeind. De keukenvloertegels of waren het badkamertegels door het stof bijna onherkenbaar.
Sinds de algehele blackout hadden we over zonlicht niet te klagen. De koperen ploert vergezelde ons voortdurend en als we de schaduw van de bomen opzochten, dan kwamen die venijnige vliegbeesten ons het leven zuur maken. Fijne wandeling gehad? O,ja, maar die Germen voerde ons langs paden, die alleen maar door die ellendige beestjes bevolkt waren. Hij had makkelijk praten, want hij droeg een lange broek met een onuitstaanbaar luchtje, waar blijkbaar die sanguras weet van hadden.
De put met de opstaande muurtjes,pilaren, is een plaatje apart. Zo'n mooie oude put. Tussen die muurtjes hing vroeger een emmer met een katrol om het water omhoog te hijsen en in de bijbehorende bak leeg te gieten om het vee te laven. De muskieten deden nog een vreugdedansje rond de put om de nieuwe aanvoer te vieren. Wij taalden er niet om, want we hadden deet. Het vervolg van de route was langs een paar kleurige rotsen die plots voor ons opdoken, een verrassend gezicht.
Terug over de vlakte die in de zeventig jaren door veel ezels bevolkt werden. De jeugd van Barber had hier veel vertier en plezier. Vroeger en dan spreken we niet over heel lang geleden, maar van de jaren zestig- zeventig, werd er op de plantage Patrick door de Canadezen door een universiteit gesponsord land en tuinbouw uigeoefend. En dat leek aardig te lukken, maar tijdens een periode van veel regen werden de dammen door de overstroming weggeslagen en de oogst ging grotendeels verloren. Hierna is het project verlaten.
Wederom langs de ruine landhuis Patrick. We volgden een idyllisch paadje langs het badhuis, een well house, en beklommen een gemetselde dam om vervolgens bij een andere vlakte uit te komen. Het sluisje, een overloop,in de dam deed ons verbazen. Als we niet doorgelopen waren, hadden we nog in die potsierlijke houding daar gestaan. We gingen op zoek naar de ovale put. Even verderop weer de dam op en naar benee. Na enig gesnuffel, want voor je het weet ben je er voorbij, vonden we deze unieke ovale put. Mogelijk is het dat de puttenbouwers een prettige avond hebben gehad en niet meer wisten dat rond rond is en ovaal ovaal. Diep was ie wel.
De cylindergraven , dat moeten er vroeger vijf geweest zijn, waren door de tand des tijds behoorlijk uit hun goeie doen of moet er van grafschennis gesproken worden. De graven waren ingevallen, het mooie ronde had zijn glans verloren. De inscripties waren er niet meer. We konden niet ontdekken van wie die graven waren. Normaal wordt de Shon en familie er begraven.
De Magazina is ook niet meer wat het geweest moet zijn, maar de omvangrijke muren staan nog steeds. De bakken achter de magazina zijn niet meer in gebruik. Het liep tegen zessen en de terugtocht duurde zeker nog twintig minuten. Voor donker thuis komen, hoorde ik mijn moeder nog zeggen.
We liepen het pad terug dat nog langs een put leidde. Bij een vervallen huis was een grote bak, het leek wel een zwembad, die had de functie om de kokosnoten te doen ontkiemen en ook zwommen er buiten de jeugd van Barber vis in. Nu stond hij droog en onderhoud is er geen jaren aan gepleegd. De omgeving is een speelterrein voor kinderen uit de buurt te zien aan de lappen schuilplaatsen.
Onder de slagboom door op naar onze geparkeerd staande vervoermiddelen.
Voor de volgende week lijkt me de Grafroute te Rif Marie een keus. Wel een lange tocht, maar je moet er iets voor over hebben, wil je een keuze kunnen maken om hier begraven te worden.
Tot de volgende week.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K.