Wandeling voor vier :-)
Als een quartet schoten we door de bocht, de sterculia latend voor wat hij was en amper tijd om de wilde komkommertjes te bewonderen.
Langs het hek rond het Klein hoffi basin, waar de eendjes en meerkoetjes hun afkoelingsperiode hielden. We vlogen bijna uit de bocht om in een rooi te af te dalen, waar onze voorgangers een flinke tijd geleden nog plachten te snoeien. Nu moesten we het zelf doen.
De Puta Perfumado geurde als geen ander. Het was mede hierdoor dat we zo lekker naar dennegeur roken en geen last hadden van de maribombas en bijen die het oude vervallen landhuis van Klein Piscadera plachten te bevolken.
De troosteloze aanblik van het puin rondom en muren, die op instorten stonden, gaf ons de nostalgie van voorbije tijden toen Tropenweelde hier nog zijn feesten en partijen hielden.
We volgden de route door het bos en kwamen uit op een open vlakte bij de lagune die ons naar de Mangel Tam noodde.
De Mangel Tam ook wel Tan genoemd is een Rhizophora mangle. Een altijdgroene boom die in de kustgebieden of langs binnenbaaien gevonden wordt. Op onze eilanden meestal enkele meters hoog, maar kan hier tot ruim tien meter worden.
De bloem is klokvormig; bleekgeel van kleur en 2 cm in diameter. De vrucht is kegelvormig roestbruin 2 a 3 cm lang bevat 1 zaad, dat reeds in de vrucht ontkiemt en een 20- 30 cm cylindervormig orgaan krijgt ( hypotyl ) dat, met de kiem, enige tijd afvalt en rechtop in de modder terecht komt of verder drijft tot de grond geraakt wordt. In het laatste geval richt de hypotyl zich recht omhoog en produceert blaadjes aan de top ( kiemplant ). De bast en bladeren bevatten veel tannine en worden gebruikt in de leerlooierij. De steltwortels leveren een rode verfstof die voor het verven van vloeren en meubels wordt gebruikt. Een aftreksel van de vruchten wordt ( na gisting ) als alcoholische drank gedronken.. Ook zijn de gedroogde bladeren als tabak in pijpen gebruikt. Nog vele toepassingen van de verschillende onderdelen van de boom worden geneeskrachtig beschouwd.
De zwarte bomen met hun luchttakjes werden driftig gefotografeerd, volgens mij worden ze zwarte mangels genoemd. Heel byzonder. De krabbegaten vermijdend liepen we verder totdat we bij de pijpleiding kwamen die in de zee uitmondt. Vroeger zag je nog wel eens een staartje van een Leguaan uit een van die doorgeroeste gaten komen.
We kwamen op de weg, die ons naar de crossing over de pijpleiding bracht. Daar aangekomen liepen we gelijk het gras op.
De Puta Perfumado route volgend liet ons voor een muur van groen staan. Waar was de doorgang ook al weer? Al knippend op goed geluk af, vonden we de doorgang naar de opgedroogde poel waar wilde varkens hun dorst lesten.
Lint volgen, terwijl je geen lint ziet, is zoiets, als je niet weet, wanneer je door het lint gaat.
Op een gegeven ogenblik voelde ik iets op mijn voet vallen. Een leguaan ging er als een haas vandoor. De buds aan de Dushi kabei konden we niet zo vlug vinden, waarschijnlijk aan het oog onttrokken door de begroeiing.
Met een beetje geluk vonden we het pad terug want anders waren we nog in het Hoffi van Rafael geweest.
Op de zandweg aangkomen liepen we naar de uitgang waar we wederom verbaasd waren dat er geen ruitje getikt was. Het schijnt mee te vallen als je maar geen electronica in je auto achterlaat.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K. (verslag en foto's).