Beste wandelaars,
We gaan kijken of de Clusia bloeit. De Bonchi Kabei en de Mata Raaton staan nu. Zo ook op vele plaatsen de Brasilia.
We verzamelen ons bij de boerderij op San Pedro en bezoeken eerst de grot, daarna het plateau op voor de Clusia, we steken het pad voor de kiepkarretjes over naar de Fosfaatmijn en dalen hierna het plateau ( beetje steil ) af en vervolgen langs een mooi mondipad naar de Schildpadden in de Boca Ascencion.
Te bereiken: Weg naar Westpunt de afslag naar Soto voorbij rijden, na ongeveer 100 meter de afslag rechts naar San Pedro nemen. Een oude ANWB-wegwijzer staat hier, als het goed is. Doorrijden tot beneden en de auto parkeren. (toestemming voor het parkeren is nodig!)
We werden op ons verzamelpunt bij de boerderij te San Pedro met gehinnik begroet. De paarden stonden op gerede afstand in hun hokje naar een groepje ongeregeld te kijken en dachten waarschijnlijk dat de Carnavalsoptocht uit de hand gelopen was. Wij spanden ons in om er zo normaal mogelijk uit te zien.
Daar iedereen op tijd was, hoefden we niet te wachten op degenen, die er niet waren en konden we precies vier uur onze ledematen in beweging zetten richting grot.
De afslag linksaf deed ons denken, dat we sprookjesland binnenstapten. De klim omhoog langs die diverse rotsen bracht ons in een grot, waar sinds lange tijd geen mens geweest was.
Vlug de rots op, die ons naar de grote dikvetbladige Clusiaboom voerde; de zaaddoosjes en de knoppen waren te zien. We moesten echter zoeken om een bloeiend bloempje van de Clusia te vinden. Overdadig was het niet en ik zag aan de gezichten, dat na de vele ophef het eigenlijk een beetje tegenviel. Ergens achter een blad half verscholen kon je nog een bloem ontwaren.
Over de spleten op naar de fosfaatmijn na eerst nog de resten van wat eens een wachtershuisje geweest moest zijn, aangedaan te hebben.
De Fosfaatmijn is eigenlijk een diep gegraven gat in de grond met een bordje dat hier de Fosfaatmijn was. Voor mij is het nog steeds een raadsel hoe ze het gewonnen fosfaat vervoerd hebben naar de weg waar de kiepkarretjes overheen reden. In emmertjes blijkbaar.
De afdaling vanaf het plateau is altijd een spectakel apart.
Dat we dit iedere keer voorelkaar krijgen zonder ongelukken is een pluimpje waard. Gelijk wordt het dan ook beloond met een prachtige rotswand met stalagtieten stalagmieten. Voor de duidelijkheid.
Mieten zijn eigenlijk tieten met de punt omhoog en geen mietjes.
Het Mondipad naar beneden en langs het plateau is een overschaduwde verademing en brengt ons op de weg die naar de schildpadden leidt.
Vele schilpadden staken hun kopje boven water, maar net niet lang genoeg om een Driekiel van een Groene schildpad te kunnen onderscheiden, laat staan dat we de zwemwedstrijd tussen de Karet en de leatherback hebben gezien.
De volgende keer wil ik toch, dat een ieder een verrekijker mee neemt, zodat de frustatie van het niet weten weggenomen wordt.
Welgemoed aanvaarden we de terugtocht met aan onze rechterhand de somber uitziende rotswand naar onze geparkeerde autos.
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, G.K.