Om vijf over vier sloften we het asfalt af naar beneden en kwamen op de weg van Knip naar Westpunt uit, na de vangrail gingen we de mondi in.
We volgden nauwgezet de uitgezette lintjes die in alle maten en kleuren aanwezig waren. Een prachtige boomrijke omgeving met veel schaduw maakte de voettocht uiterst aangenaam.
Door een rooi te volgen kwamen we op het pad bij het hekwerk, welke ons heuvelop de nodige zweetdruppels kostte.
Onder veel laaghangende takken doorkruipend arriveerden we in de Kayuda rooi. De Kayudaboom die vijf tot acht meter hoog wordt, komt niet voor op Bonaire en Aruba.
De Kayudas droegen vrucht. Deze lijkt enigszins op een zuurzak, is eivormig en is 8 cm groot. De zaden zijn giftig, maar de vrucht is, als zij rijp is, eetbaar. De bladeren kunnen in water gekookt worden en als thee tegen maagklachten gedronken worden. Ook kan de thee gebruikt worden bij het schoonmaken van brandwonden.
Achter de Kayuda bron is een heuvel waarop de Byrsonima Crassifolia nog amper in bloei zich bevindt. Deze zeldzame struik liet zich gewillig fotograferen.
De uitzichten naar de Seru Gracia en Seru Bientu met zijn Flamito palmen waren imponerend. daar kun je eigenlijk niet genoeg van krijgen.
In de verte lag het landhuis Knip in het zonnetje.
De weg terug was een eitje, we hoefden alleen maar onze voetstappen van de heenweg te volgen.
Als toetje na de maaltijd liepen we naar een grote regenbak, waar nog wat drabbig water inzat. De put met de stenen trap naar beneden was voor velen een verrassing.
De fantasie, hoe het hier vroeger moet zijn toegegaan, nam zijn vrije loop. De fotos spreken voor zichzelf.
Om tien over zes waren we wederom boven bij het landhuis. Weer enkele ervaringen rijker van een betoverend Curaçao.
Foto's en verslag G.K.