inleiding:
Het lijkt mij nu we het over de Pottenbakkers hebben gehad, dat de pottenkijkers zich van de beste kant laten zien. Je kent de situatie wel. Nieuwsgierig naar wat er in de keuken gebrouwen en gebakken wordt, naar wat de pot schaft, heeft altijd van velen de aandacht. Mijn moeder joeg iedereen haar heiligdom uit met de woorden, als je ziet wat hier gebeurd, dan lust je straks niets meer.
De pottenkijkers kijken in de potten, voordat de maaltijd op tafel staat en snuiven de al dan niet heerlijke geuren op. De gedachte " van wat eten we vandaag" wordt meestal vervangen alweer "hutspot" aandachtig de geuren die opgesnoven worden.
Mijn tante zei "eerst een ondergrondje en dan we er tegenaan". Ze had gelijk, want op een lege maag kun je weinig uitrichten.
Verslag:
Zo ook, is met het wandelen. Met een lege maag kun je net zo goed thuis blijven en zeker geen trap van 524 treden omhoog gaan. Gelukkig heeft de tijd tanden, het zijn er al lang geen 524 opstapjes meer.
De leuning is niet meer of te wel het spandraad dat als begeleiding diende en met het nodige houvast je naar boven hielp naar een hoogte van 138 m. Je moet dan wel het laatste stukje bij een rots op, maar dat maakt niet uit voor lenigaards.
Verzamelen is geen kunst, evenwel stonden we dichtbij de gallerie, we hadden wel "het gevoel van".
Welgemoed gingen we op weg. Het was even banjeren door het hoge gras en we kwamen bij de graven aan. Vroeger waren het er vijf. maar sinds er gebulldozerd is?
Seru Pretu - Priesterberg
Uitzicht
Het pad onderlangs de voet van de Seru pretu was niet geknipt. Het leek wel dat wij hier voor het laatst zijn geweest en dat is ruim een jaar geleden. We moeste rechtsomkeerd maken. Een doorsteekje bracht ons op het achterpad, dat naar de wijk Australie liep. Een meneer wees ons de landsradiotrap.
Na de trap kwamen we opnieuw in de problemen. De afslag die ons in de barrio Veeris moest brengen? Daar bleek geen doorkomen aan. Misschien een afslag te vroeg?
We zijn de trap afgegaan en hebben het landhuis in verval Sainte Helene opgezocht. Oude dakpannen van Teeuwen lagen her en der verspreid.
De deuren waren dicht, zodat we er niet in konden. De trap die naar het bordes leidde, was begroeid met Pan de Diable (duivelsbrood).
Na 2 uur waren we terug op ons uitgangspunt. In geblakerde toestand allemaal.
Voor de volgende week moet ik het groot wandelboek er op naslaan.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K.