Hallo Wandelaars,
De kerk van Willibrordus is altijd een plaatje waard.Precies om vier uur zette de stoet bestaande uit vier ouwe getrouwen en twee gasten zich in beweging. Al snel hielden we halt bij een vol geladen Hobaboom. Misschien herkent U die vruchten onder een andere naam.
De aanloopwegen werden zonder slag of stoot genomen.We kwamen langs een binnenmeer met hevig opzwiepend water. Er stond een stevige wind en de maan was bijna vol, alleen nog niet te zien. Het water liep over de boorden, een soort springvloed. We moesten uikijken geen natte voeten te krijgen.
Het landhuis Rif Marie lag er verlaten bij. De bijtjes zoemden buiten en de Maribombas hingen aan het plafond.
Geen pan meer op het dak om maar niet van een behangetje te spreken.
De muren staan zo
langzamerhand op instorten.
Rondom het landhuis is door een bulldozer
flink huis gehouden. Je kan nu weer helemaal rond het landhuis lopen en
er is zelfs een weg naar de Lagune van Rif Marie opengemaakt. Twee
belpalen staan voor het bordes.
Belzuilen.
Pad langs de zoutpannen.
Aan de achterkant van Coral Estate beginnen de overhangende rotspartijen met stalagtietjes.
Hier konden de Indianen vroeger goed schuilen tegen weer en wind, tenminste als ze de vaardigheden van de klipgeiten hadden opgepikt en dat hadden ze. Vooral de stam van de Fockawi indianen waren echte springers in het veld. Nu zult U zeggen, van deze stam heb ik nog nooit gehoord. Ter verduidelijking wil ik U wel verklappen, dat dit die Indianen waren die altijd op de uitkijk stonden en met een hand boven hun ogen stonden te turen in de verte." Where the f... are we?"
Bij de kust aangekomen, konden we genieten van een prachtig uitzicht op het C.O.T. Even de hand boven de ogen en een slokje vocht. Helaas was op sommige plekken de koraalkust bedorven door aangespoelde olieresten. De koraalweg naar de buis is geen pretje.
Om je balans te houden over de buis is immer een spannende bezigheid. Allen kwamen heelhuids, al was het met de hakken over de sloot, aan de overkant aan. Een Pelikaan zat roerloos dit komische tafereel gade te slaan.
Het pad, dat naar de zoutpannen leidt, was door de hoge waterstand ietwat modderig. De oude kalkoven stond er nog.Veel Oliba's lieten hun scharlaken rode peultjes zien. De Mangels hadden trossen zaden. Door de zoutpannen liep hier en daar een verdwaalde Flamingo,een enkele reiger zag je er ook. Er is nog hoop ,dacht ik, na al die olievervuiling.
Langs de geasfalteerde weg terug is een beetje saai. Gelukkig werd er door een D.J. in cafe - toko op de hoek, al luidschallend mexicaanse rancheras ten gehore gebracht. "Y LLorar y LLorar".
Na 2uur 35 minuten troffen we onze auto's in goede staat aan. Een stevige afwisselende wandeling met een hoog gehalte aan zoet, zout en brak water en op draken lijkende rotspartijen is een prachtige belevenis, die niet iedereen voorgeschoteld krijgt.
Foto's en verslag: G.Kroeger