De lucht zag er dreigend uit. In de verte bleven de wolken zich opstapelen en werden steeds donkerder. Dit voorspelde niets goeds.
Ik informeerde of iedereen zijn poncho bij zich had. Dus niet. Het is ook de goden verzoeken. De klim naar boven is als een kluifje voor Fikkie. Een kolfje naar de hand voor de echte steile-wandbeklimmers en hemelbestormers.
Het ruige pad was afgezet met treden vastgehouden met ijzeren pennen, die in de grond gejast waren. Sommige balkjes waren verdwenen, alleen de pennen waren er nog. Schuifelend en goed uitkijkend, waar je je voeten moest neerzetten, bereikten we het touw waaraan je je kan optrekken om de steilte te bedwingen. Het lukte iedereen om in een redelijke tijd dit kunststukje te volvoeren. Bovenaan gekomen werd dit beloond met een prachtig uitzicht over het Fontein resort.
Het paadje langs Tula's vestingsmuur was smal en een snoeibeurt was geen overbodige luxe. De Negrita di Malpais stond volop in bloei. De Guaba Basterd liet trots zijn appeltjes zien. We kwamen aan op de plek gemarkeerd door stapeltjes stenen, die vermoedelijk een begraafplaats aangeven. Van deze plek hadden we een panoramisch uitzicht waarin de Christoffel niet ontbrak.
De tocht vervolgend langs de muur deed ons genieten van de zuidelijke uitzichten naar Porto Marie. Mooie oude Wayaca's en Palu di Sia's kwamen we tegen. De afslag om het pad van de afdaling te vinden was lastig. Het struikgewas had de aanduiding ,een lintje, verscholen. Gelukkig, dat de speurzin van de vooroplopers in een uiterst gevoelige mode stond en na enig knipwerk zagen we het lintje hangen
De afdaling was in vergelijking met de klim een peuleschil en we bereikten veilig en wel de brede zandweg. Na een insectrepellent behandeling gingen we het paadje van de bosmieren op. Een mooi kronkelend pad dat ons bij de Magazina bracht. Ook hier moest het nodige gesnoeid worden om er omheen te kunnen lopen. De Enfrau, lidcactus, probeerde ons het leven zuur te maken.
Geen wanklank en zelfs geen au au geroep, maar het kan zijn dat mijn gehoor niet optimaal was.
De terugtocht, een fluitje van een cent, bracht, langs lekker ruikende Watakeli's en Negrita's, zelfs de reuklozen in extase. Ook de Welensalie en de bloeiende Basora Cora Shimaron deed een duit in het zakje. Precies 2 uur na de start waren we bij onze auto's aangeland.Voor de volgende week moet ik het Grootwandelboek raadplegen om te kijken hoe we het nieuwe jaar ingaan.
Verslag en foto's: GK