Iedereen was ruim op tijd en we konden dan ook voortijdig onze eerste schreden zetten. We liepen de oude Westpuntweg af tot aan de afslag die ons naar de bouwval van het landhuis Patrick leidde.We zagen een waterbak en enige bloembakken.
We dorsten de ruine van het landhuis niet binnen te gaan.
De muren stonden bol en er hoeft maar een steentje uit te schieten en de hele muur met dak komt naar beneden.
Afijn, geen keukentegel , geen afvoer, geen fluit van binnen gezien. Op naar de vrouw Holle put.
We staken de vlakte over waar vroeger de ezels en de koeien graasden. In de linker hoek pakten we het pad weer op, dat uitkwam op een brede zandweg.
We volgden deze tot de afslag, dat we bebost gebied betraden. Na enig bukwerk onder takken en omgevallen bomen doorkwamen we bij de oude put met pilaren aan. Hij stond droog en niemand durfde in de put via de uitstekende wandstenen af te dalen. Het is wel een loodrechte afdaling en de wandelaars zijn niet zo piep meer. Achter de put bevond zich een drenkbak.
De twee opstaanders waren bovenin uitgehold en hadden duidelijk tot doel om via een katrol een emmer met water op te hijsen en in de drenkbak te gieten.
We kregen er dorst van. Na deze lavenis begaven we ons op weg naar de kust, alwaar ons een fris windje tegemoet kwam.
Links de Seru Costa en rechts de schorpioenenberg Seru Bayan. Pul di Padiki las ik op een bordje toen we bij de Boca aankwamen. Het is een betoverend gezicht die rotsen met daar tussenin de aanrollende golven met hun witte schuimkoppen.
De tweeling boca hield onze blik gevangen en het bekende doorkijkje met zijn lavastolsels ( knotten ) is zozeer fascinerend, datje er wel uren kan doorbrengen. Aan het einde van de 2de boca is het altijd spannend of je niet door het water moet banjeren.
De krabbetjes haasten zich om in hun holletje weg te schieten. Wij voelden ons verrast om niet in de drab weg te zakken en de droge kant op te klimmen. We aanvaarden de terugweg en na veel geslinger troffen we nadat we op de asfaltweg aangeland waren 2 ezels in een kunuku aan. Belangstellend zoals ezels altijd zijn, wilden ze wel op de foto en over hun neus gekriebeld
worden. Het was niet ver meer naar onze autos.
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, GK