Beste Wandelaars,
Bon Siman.
U heeft vast wel eens van de Blauwgakkokhals, die gakken er lustig op los,, het Pimpelpaarsmeesje, want die kunnen zo vrolijk fluiten, en de Bruinsnuitkever gehoord. In de volksmond worden ze ook wel het Kokhalsje, Pimpeltje en Snuitje genoemd. Deze komen jammer genoeg op Curacao niet voor. Daarentegen zijn er wel de vele snoeshanen en belhamels, maar wat wil je ook in zo,n land, waar regelmatig het licht uitvalt, zodat je het verschil niet ziet. Zelfs bij de volle maan, zie je niet of je met een snoes of een hamel te maken hebt, laat staan, dat je de heibel hebt horen luiden.
Gelukkig is het bijna kerst en dan worden de lichtjes weer ontstoken. Reeds nu wordt ons voor ogen gehouden hoe de klepel in de steel zit en omgekeerd, want met vereende krachten weten we wie er over een paar dagen in de vereenigde staten een vrouw of een man is als president de lakens uitdeelt. Het zal wel een vrouw zijn, want die zijn goed met lakens. Hier op Curacao staat het P S voor, geef mij er maar twee. Of zou het amper nog lukken om met de doedelzakspelers het bestaan met een Man-signatuur te bepalen.
Vooruit de berg op moet een ieder gedacht hebben. Na het 44ste staandertje vonden we het pad door de rooi naar de berg Paramira. Mooi groen is niet lelijk.
En groen was het, alsof er geen droge tijd, geen El Nino, was geweest. De Byrsonima Crassifolio stond ons uitbundig met zijn groene tooi te begroeten en vooral gele bloemen, want hij bloeit in deze tijd. De stenen pijl lieten we even voor wat het was, want hier kwamen toch terug. We begonnen aan de klim naar de top van de Paramira. De quaresma liet ons met rust. We waren blij, dat het nagenoeg windstil was. Met een gerust hart de flagstone rotsformatie overstekend, klommen we gestadig verder. Op de top aangekomen was het uitzicht overweldigend. Tussen de groene heuvels in de verte zag je een paar gebouwtjes en op de wegen reden speelgoedautotjes. Amazing. Op naar de tweede top met het kadasterblok, nog hoger dus en een nog mooier uitzicht. Doordat er verschillende bomen in bloei stonden was het een feestelijke tocht. De IJzerboom,palu di Heru, bloeide, zoook de Watakeli en de Bringa Mosa, vechtend meisje.
Terug bij de pijl begonnen we aan een rulle afdaling, de speciale techniek van dwarsop kwam ons goed van pas en dan was je nog blij dat er bomen stonden die een houvast gaven. We kwamen uit bij een dam waarop de fabrieken van John Godden, de mangaanertsmijner, stonden. Nou ja, de overblijfselen althans. Van de verhittingsschoorsteen was niet veel meer over. De Palu di Sias Cora op afstand gaven fleur aan het geheel. Met hun wortelstelsels boven de grond, een opzienbarend verschijnsel, probeerden ze de laatste druppel vocht te bemachtigen. Het leek wel of deze bomen geen water nodig hadden, want hun wortels kronkelden over een dam die toch een behoorlijke hoogte had. Maar zoals een oud spreekwoord zegt, "het kronkelen der wortelen haalt de laatste druppel naar boven".
Even verder op vonden we de gebouwen opgetrokken in Neo Byzantijnse stijl. De bogen waren er , maar de deuren en kozijnen waren verdwenen.
Ook hier had de tand des tijds toegeslagen. De Bridgewater dakpannen, engels gekarteld, lagen verspreid en de muren met Cattybrook Bricks uit Bristol bogen stonden amper nog overeind. Een grote waterbak hield onze blik gevangen. Zouden de settlers hier hun wekelijkse gemeenschappelijk bad genomen hebben? Hebben ze hier elkaars rug geschrobt? Of moest men juist met het water zuinig omspringen. Dat laatste zal wel het geval zijn geweest, want het gebied kent geen natuurlijke bronnen. En van schrobben krijg je het extra heet.
Je zou er dorst van krijgen. We spoedden ons in de richting van de baai van Lagun, waar onze autos geparkeerd stonden. Onderweg is er vast wel een of andere koude rakker te krijgen. Het hotel/ restaurant boven met het uitzicht op de baai deed het bier en ander vocht sissnd naar binnen glijden. De zon was al onder en begon al aardig te donkeren, zodat we niet veel van het baaigebeuren zagen.
Voor de volgende week is er geen wandeling gepland door de drukte van familiebezoek. Maar mocht er onverhoopt toch een wandeling zijn dan wordt U op de hoogte gesteld.
Met een vrolijke wandelgroet,
Groetend, G.K.