Deze keer was onze groep 8 wandelaars sterk; handzaam genoeg voor een klauterpartij langs deze bijzondere rotswanden. Dit moet je beslist niet met een te grote groep doen, want dan worden de bijen boos. En vluchten kan niet meer, want dan kom je met gebroken ledematen beneden aan, denk ik.
Op het pad naar beneden kom je veel lidcacteeën, cadushis en melon di seru tegen. Een avondje pincetten is niet iedereen gegeven.
Gelukkig stoorden wij de bijen niet en vervolgden we de klim naar het nisje met een schitterend uitzicht naar de kust.
Degenen die de moed hadden om het terras te beklimmen en dat waren alle deelnemers, werden beloond met nog mooier uitzicht naar de Airport en niet te vergeten het kadasterblok.
De bolcactus stond er frank en fris bij. Met opgestoken stekeltjes begroette hij/zij ons. In de verte stond een huisje, dat vermoedelijk als lichtbaken dient voor de aanvliegrichting naar de landingsbaan.
De weg terug was nog moeilijker dan de weg heen. De bijen hielden zich koest, want het was goed volk, dat langs trok. De boze neusrots was van steen en kon ons niets doen. Hij kon zelfs niet eens zijn neus ophalen.
Vanaf het eerste terras vervolgden we de route naar het 2de lagergelegen terras. Dit terras met zijn prachtige brandingsnissen zagen er formidabel uit. Ik geloof dat ik niets teveel zeg, dat de schoonheid en grilligheid van deze rotswanden en nissen nergens op dit eiland te vinden is.
De indianenmuur is hoogstwaarschijnlijk door moderne indianen aangelegd, want ik meende enig metselwerk te bespeuren. De olifant of mammoet stond zielig te kijken hoe een dolfijn de klip op ging. De druipstenen waren van ongekende vorm en schoonheid.
Al met al een zeer fraaie wandeling, tenminste als je het vuil langs de weg naar de Shute niet in aanmerking neemt. Maar zelfs dit heeft zijn eigen karakter.
Met een vrolijke wandelgroet, G.K. Foto's en verslag.